Brugklas

Toelating brugklas

Een voorselectie op de basisschool en de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) van de RSG regelen de toelating tot de brugklas. In de PCL zitten de brugklascoördinatoren, de tto-coördinator, de ondersteuningscoördinator en het directielid van de brugklassen.

Hierbij wordt rekening gehouden met het advies van de basisschool, de uitslag van de afgenomen psychologische test en de wens van de ouders. Wanneer een leerling een advies heeft voor de vmbo/basisberoepsgerichte leerweg (vmbo-bb) of de vmbo kaderberoepgerichte leerweg(vmbo-kb), dan kan deze leerling niet op de RSG geplaatst worden. Een leerling met een gemengd vmbo-kader/tl-advies (mavo) komt wel in aanmerking voor plaatsing. Tegen een weigering kan schriftelijk bezwaar worden gemaakt. 

Het College van Bestuur moet binnen vier weken, nadat ouders en leerling zijn gehoord, opnieuw een beslissing nemen.

Mocht na verloop van tijd geconstateerd worden dat het niveau toch te hoog is, dan volgt de overstap naar een andere school. 

Brugperiode

Leerlingen in de brugklas moeten wennen aan een totaal nieuwe situatie: een nieuw gebouw, nieuwe medeleerlingen,  elk uur een andere leerkracht et cetera. De brugklasmentoren en de docenten doen alle moeite om de aanpassing zo vlekkeloos mogelijk te laten verlopen. Een goed contact tussen de ouders en de school is daarbij een vereiste. Voor ouders worden er informatieavonden en ouderavonden gepland die zijn kunnen bezoeken. Daarnaast zijn mentoren altijd via de mail bereikbaar.

Indeling brugklassen

De RSG kent heterogene brugklassen, dat wil zeggen dat kinderen met een verschillend advies bij elkaar geplaatst worden. Een uitzondering wordt gemaakt voor de tto-klas (tto=tweetalig onderwijs). Leerlingen van de verschillende stromen zitten gewoon bij elkaar in de klas en komen tijdens de zogenaamde stroomuren bij elkaar in de groep van hun keuze. 

Kleine brugklas

Naast de heterogeen samengestelde brugklassen heeft de RSG een zogenaamde kleine brugklas. Deze klas is bedoeld voor kinderen waarvan niet geheel duidelijk is of de theoretische dan wel de beroepsgerichte leerweg de beste keuze is. 

Wat belangrijk is om te weten:

  • De groepsgrootte is tussen de 15 en 18 leerlingen.
  • Door de kleine groepsgrootte is er meer aandacht voor studievaardigheden, plannen en aanbrengen van structuur in de werk- en leeraanpak.
  • Plaatsing geschiedt in overleg met de ouder(s)/verzorger(s) en/of de leerkracht van de basisschool.
  • Er wordt hoofdzakelijk gewerkt met de basisstof, maar waar mogelijk mag de leerling extra stof maken.
  • Er wordt gewerkt richting mavo niveau, maar wanneer een leerling goed presteert, is de overgang naar havo 2 mogelijk.
  • In de kleine brugklas zitten leerlingen met verschillende stromen bij elkaar in de klas.